Zaterdagmiddag 31 januari
Het waait hard uit het noordwesten, voor ons is dat het teken dat het water wel eens op de kade kan komen te staan. Dan kunnen we lekker met onze fiets door het water racen. Je realiseerde je niet hoe slecht dat zoute water voor je fiets was. Maar het is nog niet zover, dus eerst maar eens aan het eind van de haven gaan kijken hoe hoog de golven zijn. Onderweg kom ik enkele meisjes tegen. Na over en weer gedag zeggen, ga ik verder naar "Het Veer" aan het eind van de haven. De golven zijn bijzonder hoog. Zoiets heb ik nog nooit gezien en eerlijk gezegd is het een angstaanjagend gezicht.
In die tijd bezat Stavenisse een overzetveer voor voetgangers en fietsers naar Schouwen-Duiveland. De veerman, Rien Boomsluiter, heeft ondanks de hoge golven het toch nog aangedurfd om de oversteek te maken en komt op dat moment juist terug van de overkant. De golven zijn zo hoog dat je het kleine bootje soms helemaal niet meer kan zien. Het lijkt wel alsof het steeds erger gaat stormen.
Zaterdagavond 31 januari
Ik ben juist thuis gekomen van de Voorstraat met friet voor het hele gezin. Als ik langs de haven kom, word ik doornat van het opzwiepende water. Het klotst over de dijken heen. Ik ben hier opgegroeid en dus weet ik dat het nu eb moet zijn, maar het water staat even hoog als bij vloed. Er was een verschil van wel 3.30 meter.
Na het avondeten worden we naar bed gestuurd. Mijn broer en ik slapen op de zolder. Maar door het slechte weer kunnen we door het geklapper van de dakpannen en het geraas van de storm niet in slaap komen. Op de radio is een programma ter gelegenheid van de verjaardag van prinses Beatrix en ik hoor mijn vader, boven het geraas van de storm en van de klapperende dakpannen, het Wilhelmus zingen.
Zondagnacht 1 februari
Omdat op de zolder door het vele geraas niet te slapen valt, mogen we van mijn vader beneden slapen. Mijn broer en ik in de bedstee en mijn vader en moeder op een "klapbed" in de woonkamer.
Midden in de nacht worden we wakker gemaakt. Mijn vader is in het pikkedonker naar de haven geweest en heeft gezien dat het wel eens goed fout zou kunnen gaan. Hij stuurt ons met zijn allen naar de zolder.
Omdat wij op een dijk wonen gaat mijn vader nog verschillende familieleden ophalen. Op een gegeven moment zitten we met zo’n elf mensen op de zolder. Daarna gaat hij de kippen en het varken binnen halen. De kippen in de keuken en het varken in de woonkamer.
Hoe hij het allemaal heeft gedaan, ik weet het niet. Ga maar eens zes kippen vervoeren, om nog maar niet te spreken van een varken dat vijf traptreden omhoog moet worden gesjouwd. Mijn vader was bij het varken in de woonkamer gebleven.Ondanks dat wij op een dijk woonden, kwam het water toch nog 30 cm in de woonkamer te staan. Mijn vader heeft het varken met zijn kop boven het water gehouden. Hij vertelde later dat het varken doodstil tegen hem aanstond. Ondanks de moeite heeft helaas geen van de dieren de ramp overleefd.
Intussen zijn de dijken op verschillende plaatsen doorgebroken. Mijn broer en ik kijken door het dakraam en zien alleen maar een geweldige witte schuimende watermassa en zijn bang voor wat nog komen zal.....